Leer beter amigurumi haken - meerderen

Leer beter amigurumi haken - meerderen

Steken meerderen

Bij het haken van ronde vormen zoals een kussen, muts of poef moet je regelmatig meerderen. Ook als je amigurumi haakt, ontstaan de vormen van het hoofd, lijf en ledematen door steken te meerderen en te minderen. Dit wil je natuurlijk netjes doen zonder gaatjes of opvallende verdikkingen in het haakwerk. Daar gaan wij je bij helpen! Lees onderstaande tips en probeer ze uit bij je volgende project. Als je op deze manier de meerderingen uitvoert zal je fashion item, woonaccessoire of popje er zeker mooi gehaakt en gestroomlijnd uitzien. 

Kussens en mutsen haak je met verschillende soorten steken. In deze blog leggen we het meerderen van haaksteken uit aan de hand van vasten. Met deze steek worden de meeste amigurumi gehaakt. Dat geeft een stevig haakwerk. 

Wat heb je nodig naast het gekozen garen?

Met deze haaknaalden haak je trefzeker en zonder zorgen de mooiste projecten:

Gelijkmatig vasten meerderen

Voor een ronde moet je vaak vanaf toer 1 meerderen. Per toer wordt er in het patroon aangegeven in welke steek je meerdert en hoeveel steken je in totaal haakt. Dit staat aan het eind van de toer tussen haakjes aangegeven:

Toer 2 Haak 2 vasten in elke vaste (= 12 vasten)

Belangrijk is dat je dit meerderen precies en gelijkmatig doet. Kom je aan het einde van de toer niet uit en houd je één steek of meer over? Haal de toer dan helemaal uit of tot de plek waar je verkeerd hebt gemeerderd. Tel eventueel zover terug en controleer of je ook het juiste aantal steken van de vorige toer hebt. Daarna start je opnieuw met haken en het maken van de meerderingen. 

Bij het haken van een ronde vorm wordt er vanaf de eerste toer in een vast patroon gemeerderd. Vaak gebeurt dit in een veelvoud van 6 steken, waarbij er in elke toer een vaste meer tussen de meerderingen komt. 
Op deze manier staan de meerderingen steeds precies boven elkaar. Na meer dan 5 toeren achtereen meerderen zal de cirkel echter langzaamaan veranderen in een zeshoek. Foto 1

Je voorkomt een zeshoek door bij een grote cirkel om elke 5e of 6e toer de meerderingen op een andere plek te maken. Daarna haak je verder volgens wat er in het patroon staat aangegeven:

Toer 3 Haak vasten met 2 vasten in elke 2e vaste (= 18 vasten)

Toer 4 Haak vasten met 2 vasten in elke 3e vaste (= 24 vasten)

Toer 5 *Haak 1 vaste, 2 vasten in de volgende vaste, 2 vasten. Herhaal vanaf * (= 30 vasten)

Toer 6 Haak vasten met 2 vasten in elke 5e vaste (= 36 vasten)

Of

Toer 4 Haak vasten met 2 vasten in elke 3e vaste (= 24 vasten)

Toer 5 Haak vasten met 2 vasten in elke 4e vaste (= 30 vasten)

Toer 6 *Haak 2 vasten, 2 vasten in de volgende vaste, 2 vasten. Herhaal vanaf * (= 42 vasten)

Toer 7 Haak vasten met 2 vasten in elke 6e vaste (= 42 vasten) Foto 2

Hoe tel je de steken als je meerderingen maakt?

Je kunt de toer haken en pas aan het eind van de toer controleren of je het juiste aantal steken hebt, maar dat is niet erg trefzeker. Praktischer is het om bij het haken van regelmatige meerderingen in je hoofd of hardop (als je huisgenoten het ook prima vinden) mee te tellen. Dat kan je op een paar manieren doen:

Stel, je hebt al een rondje van 12 vasten gehaakt. In de volgende toer moet je weer vasten haken met 2 vasten in elke 3e vaste (= 18 vasten).

Manier 1 Je haakt tot de 2e vaste en telt mee: "1, 2 en 3", waarbij je de 2e en 3e vaste in dezelfde vaste van de vorige toer haakt. Daarna tel je weer opnieuw "1, 2 en 3" en meerder je de volgende 3e vaste weer een vaste. Dit herhaal je in totaal 6x. Foto 3

Manier 2 Tel de vasten inclusief de meerderingen tot je in totaal 18 steken hebt gehaakt. Houd in dit geval daarbij de tafel van 3 aan: "1, 2 en 3 (de 3e vaste haak je bij de 2e vaste), 4, 5 en 6 (de 6e vaste haak je bij de 5e vaste), 7, 8 en 9". Steeds als je bij de volgende stap van de tafel van 3 bent, haak je deze vaste bij de vorige vaste in. 
(In de volgende toeren tel je mee met de tafel van 4, 5, 6, 7 etc.)

Hoe controleer je het aantal steken na een toer meerderen?

Na het eindigen van een toer kun je ter controle de lusjes van de vasten terugtellen tot je weer bij de steek met de lus bent. Nu weet je of je het juiste aantal steken hebt. Als je echter bij elke toer steeds meetelt tot je het juiste aantal steken hebt gehaakt, hoef je niet alles dubbel te tellen. 

Met alleen het tellen van de steken aan de hand van de lusjes weet je nog niet of er genoeg meerderingen zijn gemaakt. Bekijk en controleer hiervoor ook de vasten in de toer zelf. Een meerdering van vasten herken je als 2 V-tjes in dezelfde steek. Daarbij helt het 2e V-tje een beetje naar links bij rechtshandig haken of wat naar rechts bij linkshandig haken. Controleer of er tussen de meerderingen het juiste aantal vasten zit. Heb je wel het juiste aantal steken, maar per ongeluk minder meerderingen? Voor het haken van een bolletje kun je dan gewoon doorgaan met de volgende toer.

Moet je op specifieke plekken meerderingen maken voor een snuit, wangen of een duimpje dan steekt het haken behoorlijk nauw. Plaats je de meerderingen op de verkeerde plek en haak je onverdroten door dan krijg je niet de juist gevormde amigurumi. Controleer daarom na elke toer of de meerderingen op de juiste plek zijn gemaakt en gescheiden worden door het aantal genoemde vasten. 

Hoe maak je een nette meerdering?

Je wilt liever niet dat de meerderingen die je maakt erg opvallen in het haakwerk. Voor een stevig haakwerk gebruik je standaard een haaknaald die een maat kleiner is dan de dikte van het garen. De vasten die je haakt zijn daardoor compact, maar de lusjes waarin je steekt ook iets kleiner. Ben je allang blij dat je in deze kleine lusjes 2 steken kunt halen, let dan op dat je in de nauwe opening de vasten niet te lost maakt. Het losse haken zorgt juist voor een solrdige meerdering in je haakwerk. Foto 4

Steek voor een compacte meerdering de naald in de lusjes van de vaste, sla de draad om en haal de lus vooral niet te hoog op! Blijf met de haaknaald dicht bij de onderliggende vaste. Sla de draad nogmaals om en haal door de 2 lussen op de naald. Houdt de haaknaald daarbij zo recht mogelijk en trek de lust niet te ver omhoog. Foto 5

Met bovenstaande tips haak je mooie meerderingen voor amigurumi. De vuistregel is dat je zo compact mogelijk haakt, goed blijft tellen en de lussen bij het haken van de vasten niet te hoog ophaalt. Je voorkomt lelijke meerderingen en gaatjes waardoor de vulling zichtbaar is. Ook bij een muts of kussen wil je natuurlijk gelijkmatig haakwerk. Gebruik weer bovenstaande tips voor je perfect gehaakte fashion items!

Inspiratie voor de leukste amigurumi boeken