Leren haken: vasten

LEREN HAKEN: VASTEN

Welkom bij de rubriek Leren haken. In deze rubriek leggen we je in verschillende blogs de basis van haken uit. In de vorige post heb je geleerd hoe je een opzetlus en een lossenketting maakt. In deze blog leggen we je stap voor stap uit hoe je de eerste echte haaksteek maakt: de vaste. 

Vasten

In de vorige blog leerde je hoe je een opzetlus en een losseketting maakt. Dat is de basis, maar eigenlijk kan je daar nog niet zo heel veel mee. Een vaste is eigenlijk een eerste echte steek. Dit is een korte en dichte steek, perfect voor het maken van bijvoorbeeld amigurumi (gehaakte poppetjes en beestjes), maar ook kom je deze geregeld tegen in bijvoorbeeld dekens, kussens of kledingstukken.    

Hoe maak ik ‘m? 

Begin eerst met een rijtje lossen. De tweede losse (het tweede ‘v’tje) vanaf de haaknaald is de steek waarin je de eerste vaste gaat maken, de eerste losse sla je over. Steek de naald door het tweede v’tje (foto 1), haal de draad op met de haak en haal deze draad door het werk heen. Je hebt nu twee lussen op de naald (foto 2). Sla de draad om de naald (foto 3) en haal deze door de twee lussen op de naald. Dat is een eerste vaste (foto 4).

Dit herhaal je in alle lossen. Je steekt de naald in, haalt met de haak de andere draad op (2 lussen op de naald) je slaat de draad om de naald en haalt deze door de 2 lussen. Herhaal dit tot het einde van de rij en er geen lossen meer over zijn (foto 5).

Als je aan het einde van de eerste rij bent, keer je je werk. Vervolgens maak je een losse aan het begin van de nieuwe rij (om weer hoogte te creëren, net als aan het begin, zie foto 6). 

Onder de v’tjes steek je vervolgens in; het hele v’tje heb je dan als het ware op je naald (foto 7). Dus niet zoals in de eerste rij alleen een deel van het ‘v’tje. 

Maak nu weer een rijtje vasten, totdat er geen steken meer over zijn (foto 8). Keer je werk. Haak weer een losse aan het begin en maak vervolgens weer een rijtje vasten. Haak een aantal toeren heen en weer totdat je het gevoel hebt dat je de vasten goed onder de knie hebt. 

 HOOGTE MAKEN BIJ HET HAKEN  
Om mooie rechte zijkanten te maken, begin je altijd met een of meerdere lossen (of keerlossen). Afhankelijk van de steek die je maakt bepaal je het aantal beginlossen. 
Vaste (v) = lage steek > 1 losse 
Half stokje (hst) = 2 lossen (telt als eerste halve stokje, tenzij anders aangegeven) 
Stokje (st) = hoge steek > 3 lossen (telt als eerste stokje, tenzij anders aangegeven)
Dubbel stokje (dst) = extra hoge steek > 4 lossen (telt als eerste dubbele stokje, tenzij anders aangegeven).

 

TIP: een gehaakte rij wordt bij het haken een toer genoemd. 

 

Heel veel succes met het oefenen van de vasten. Als je dit onder de knie hebt ben je toe aan het leren van de volgende haaksteek: het stokje. Hoe je deze steek maakt leggen we je uit in de volgende post.

Deel vooral je vorderingen met ons via Facebook en Instagram @happycraftsnl #happycraftsnl

Heb je nog vragen? Stuur ons dan een berichtje of schrijf je in voor de workshop Haken voor beginners