Haken en breien met fluffy garen

Zonder frustratie haken en breien met fluffy garens

Wat zijn ze leuk die knuffels en andere projecten gemaakt van fluffy of fake fur garens! Daar wil je als creatieveling natuurlijk meteen mee aan de slag. Eénmaal begonnen maakt het enthousiasme regelmatig plaats voor frustratie. Je ziet werkelijk geen steek en de toeren zijn nauwelijks te tellen. Help, hoe doen anderen het toch? Dat leggen we in deze blog graag aan je uit.

Voor als zoveel dingen geldt ook voor haken en breien met fluffy garens; elk nadeel heeft z’n voordeel. Doordat je de steken lastig kunt tellen is een foutje snel gemaakt. Aan het einde van een toer blijk je opeens een steek te weinig te hebben. Geen nood. In het garen met zachte lusjes valt zoiets totaal niet op. Je ‘smokkelt’ er gewoon een steek bij en gaat vrolijk verder met de volgende toer!

Mocht je niet zo van buiten de lijntjes haken en breien zijn, dan helpen onderstaande tips je zeker om vol vertrouwen van fluffy garens iets moois te maken .

 

Blij breien met knuffelgarens

Breien levert eigenlijk minder problemen op als haken, je hebt de steken namelijk in een rij op je breinaald staan. Schuif de lusjes bij het tellen wel duidelijk uit elkaar, voor je het weet heb je er twee voor één steek aangezien. Moeilijker is het tellen van de gebreide toeren. Het enige wat je nodig hebt is een toerenteller of pen en papier om te turven. Leg vooral nooit zomaar je breiwerk weg zonder te weten na welke toer je bent gestopt. Anders wordt het achteraf alleen nog maar gissen naar het aantal toeren dat je gebreid hebt. 

Werkt je beschrijving met centimeters? Houd er rekening mee dat een gebreid lapje in dit garen naar alle kanten rekbaar is. Meet daarom je breiwerk licht uitgerekt op. Vooral bij een vest of trui moet je de mouwen nauwkeurig opmeten. Door het buigen en strekken van de armen heb je in het gebruik de meeste rek. Maar ook hier weer goed nieuws. Een kledingstuk van fluffy garen rekt met de groei een beetje mee, dus heb je er langer draagplezier van!

Brei je een plaid van je zachte bolletjes? Door de rek kan de zijkant wat gaan hobbelen en niet helemaal recht ogen. Trek de deken in model en span deze lichtjes op. Met block pinnen op een blockmat gaat dat heel gemakkelijk.

Happy haken met fluffy garen

We winden er maar geen doekjes om, haken met de Durable Teddy, Furry of Scheepjes Softy is en blijft een (leuke) uitdaging. Houd bij amigurumi haken altijd stekenmarkeerders en toerentellers stand-by. Gebruik ook een goede haaknaald met een mooie gladde kop, zo blijf je niet achter de pluisjes haken. 

Start je knuffel met een moeilijk zichtbare magische ring? Deze kun je eventueel vervangen door 2 of 3 lossen. Haak je vasten in het rond, start dan met 2 luchtig gehaakte lossen en haak het benodigde aantal vasten in de 1e losse. Moeten er in de eerste toer stokjes worden gehaakt, maak dan een lossenketting van 3 steken en haak ook hier weer in de 1e losse.

Lukt het niet om in beide lussen van een steek te haken, pak dan alleen de eerste. In het zachte haakwerk valt dit niet op.

Can you feel it?

Aangezien je de steken van fluffy garen moeilijk kun tellen, moet je ze leren voelen. Haak daarom met de ene hand en voel met duim en wijsvinger de volgende vaste of stokje waarin je de naald steekt. Knuffelgaren bestaat uit een gladde basisdraad waarom heen de pluisjes gedraaid zijn. Voel je de loop van de lusjes van de basisdraad, dan weet je dat je daaronder moet insteken.

Voorkom ook dat je per ongeluk een steek overslaat, dus blijf dicht in de buurt van de steek die je net gemaakt hebt. Ook door niet te strak te haken – je gebruikt toch al een naald die een maat kleiner is dan voor het garen bedoeld – kun je makkelijker de volgende steek vinden.

Kom je er toch niet helemaal uit met haken? Pak dan een dunne draad – naalddikte 2½mm - in dezelfde kleur en haak deze mee. Zo kun je de steken meteen een stuk makkelijker tellen. Kies hierbij voor een dunne draad zoals de Catania Extra Fine (katoen) of de Durable Soqs (sokkenwol). De draden mengen zich met het fluffy garen en jij kunt je steken weer met zekerheid tellen. Je knuffel zal door het extra draadje wel iets groter uitvallen. Voor een soepel vallend project is het meehaken van een extra draad minder geschikt.

Een beetje rekken en trekken

Het haken van een recht stuk zoals een kussen, dekentje of sjaal gaat makkelijker als je stokjes gebruikt. Je kunt de steken bovenop de ter beter onderscheiden. Mocht dit ook wat lastig zijn dan kun je ook haken tussen de stokjes in plaats van in de lusjes van de steek. Vergeet niet aan het einde van de toer het laatste stokje in de beginlossen van de vorige toer te haken, anders heb je een steek te weinig! 

Let wel op dat je diep genoeg insteekt. Soms lijkt het of je onder een lusje haakt, maar is het slechts een uitstekend pluisje geweest. Controleer elke keer de steken van de toer door er licht aan te trekken. Valt er een gat in, dan heb je de lusjes van een steek gemist. 

Mocht je toch wat steken in een toer gemist hebben, trek dan na het afhechten je project goed in model. Span het haakwerk en daarbij vooral op de plekken waar je een gemiste steek vermoed. Ook hier komen de blockpinnen en de blockmat van Knitpro goed van pas. Laat je geblockte haakwerk zeker een nachtje zo liggen en je ziet niets meer van eventuele inhammetjes.

Haak en brei op je gevoel

Wees bij het breien en haken met fluffy garen niet te streng voor jezelf. Mocht het even niet goed gaan met het aantal steken, werk dan gewoon door en trek niet meteen alles uit. Moffel een extra steek in de toer en ga vrolijk verder. Achteraf zie je er weinig van of trek anders bij het opspannen je werk in model. Haak of brei zoveel mogelijk vanuit je gevoel en geniet van het aaibare garen. Houd vooral het zicht op het knuffelige eindresultaat. Met deze tips gaat het vast lukken!